Gespeksverslag

Verslag gesprek dd. 2 februari 2005 van het bestuur Stichting Basisziekenhuis Moet met de heer E.A. van Royen, voorzitter Raad van Bestuur van Alatus en lid van de Regionale Commissie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord




Van Royen: "Binnen de Regionale Commissie leeft de overtuiging, dat het belangrijk is, verantwoording af te leggen over de verschillende visies en ideeën. Ten aanzien van de doelstelling van uw stichting Basisziekenhuis Moet zet ik míjn stelling: wij zijn een regionaal ziekenhuis, één ziekenhuis, één organisatie, op twee locaties, één in Leiderdorp en één in Alphen aan den Rijn.” Gerard Harmes zet vraagtekens bij die stelling en verkiest een afspraak over de taakstelling. Voorbeeld: het Albert Schweitzerziekenhuis (AS) in Dordrecht, Zwijndrecht en Sliedrecht. Van Royen antwoordt dat hij geneigd is om naar dit voorbeeld te gaan kijken. “Ik zeg dat in alle ernst toe: we zullen hierover een afspraak maken met de voorzitter van de medische staf."

Alatus-voorzitter Van Royen is op dit moment bezig met een nieuw beleidsplan waarin Alphen een belangrijke rol speelt. Van R: "Ik zeg dat regelmatig tegen onze specialisten en medewerkers: ‘Onze toekomst ligt in het oosten, in Alphen aan den Rijn’. We zijn ook met de huisartsen ter plaatse gaan praten. Dat vind ik een zege van de zogenaamde marktwerking: het helpt mij in ieder geval om de mensen hier in huis scherp te krijgen. Het urgentiebesef neemt toe!"

Penningmeester Cor Pols: "Niettemin blijft de onvrede in Alphen aan den Rijn bestaan." Van Royen: “Een adherente bevolking als in Alphen aan den Rijn moet in principe in Alphen terecht kunnen. Kijk je naar de omvang van ons patientenbestand, dan blijkt 1/3 uit Alphen en omgeving te komen. 35 procent; daarin zitten dus groeimogelijkheden. Dat brengt mij op het volgende punt. De aanbesteding van ons bouwproject in Alphen aan den Rijn is goedgekeurd. In de komende maanden zal waarschijnlijk de eerste paal worden geslagen. Ook hier weer verbetering, in zekere mate. De somatische afdeling (neurologie, anatomie, ziekteleer) van Oudshoorn verhuist naar het ziekenhuis, in totaal zestig patiëntenkamers die we misschien niet eens vol krijgen waardoor mogelijk sprake is van een uitbreiding van faciliteiten in het ziekenhuis voor een ruimere duur. Het zijn allemaal éénpersoonskamers, weliswaar voor het verpleeghuis, maar Oudshoorn moet zich toch afvragen hoe wonen en zorg kunnen worden gescheiden. Revalidatie of blijvend? Woonfunctie voor mensen die lange tijd in het verpleeghuis verblijven of het medisch model? Overkill is dat. Oudshoorn beschikt over 250 plaatsen waarvan 50 revalidanten. In de toekomst moeten we die plaatsen wat meer spreiden over de omliggende dorpen, wat kleinschaliger, in kleine units binnen het concern. Met name somatische eenheden moeten we wat meer onderbrengen in Alphen. Er moet een logisch verband bestaan tussen de praktijkvoering in Alphen aan den Rijn en in Leiderdorp. Ik blijf er overigens mee worstelen, met dat gevoel dat hier in Leiderdorp overheerst: de afstand is te groot. Dat voelt niet goed!"

Als Gerard Harmes hierover opmerkt, dat dit alles met de geschiedenis te maken heeft, antwoordt Van Royen dat het Alphense ziekenhuis toentertijd een slechte reputatie had. Daaraan moet de vestiging in Leiderdorp worden toegeschreven, een gedane zaak die niet kan worden teruggedraaid. Een basisziekenhuis als bedoeld door voormalig minister Borst is derhalve niet mogelijk, maar een basisplusziekenhuis, als in Zwijndrecht? Van Royen: "Dat lijkt mogelijk maar ik noem een voorbeeld. Bevallingen zouden toch in Alphen mogelijk moeten zijn, maar dat krijg je met de vier beschikbare gynaecologen niet dekkend."

Over dat wat onplezierige gevoel over de afstand valt nog meer te zeggen. Hoe staat het bijvoorbeeld met de ooit toegezegde pendel tussen Alphen en Leiderdorp? De problemen waarmee ouderen en mensen zonder auto die op ziekenbezoek willen, te kampen krijgen? Dat voelt toch inderdaad niet goed? Van Royen: "Ik heb van die pendel nooit meer gehoord en er is ook nooit iets mee gebeurd. Wij willen wel, we juichen zo’n pendel ook toe want probeer het maar eens met openbaar vervoer: vreselijk."

Van Royen: "We zijn heel actief bezig met die huisartsenpost, met de integratie hiervan in spoedeisende hulp. Wij sturen aan op werkoverleg tussen de Alphense huisartsenpost en Eerste Hulp, op versterking hiervan vanuit een centrale huisartsenpost in Leiderdorp en versteviging van het werken aan de zorg in Alphen aan den Rijn. We denken bijvoorbeeld aan radiologische hulp in Alphen in het weekend, waarbij o.a. sportletsel via digitaal contact met Leiderdorp in Alphen aan den Rijn behandeld kan worden. Dat lijkt mij efficient, maar helaas zijn het juist de huisartsen die dat niet willen en liever doorverwijzen."

Van Royen ziet veel mogelijkheden voor samenwerking met de huisartsen met behulp van elektronische communicatie. "Dat moet in één, twee jaar toch te realiseren zijn? Ik denk hierbij ook aan een cardiologisch centrum in Alphen aan den Rijn. Daar hebben we plannen voor. Ik heb er behoefte aan, achter dat gevoel van verlatenheid in Alphen aan den Rijn een vinger te krijgen, die angst voor de afstand weg te nemen. Ik vind trouwens een goede ambulance veiliger dan een huisartsenpost, maar dat moeten we wel beter uitdragen. De vraag is alleen hoe we die communicatie kunnen organiseren, met name financieel. Onze cardiologen willen overigens wel, die zijn enthousiast."

Gerard Harmes: "Met die ambulances is het overigens nog steeds mis, zowel qua aanrijtijd als beschikbaarheid." Van Royen: "Eerlijk gezegd vind ik een aanrijtijd van 15 minuten nog te lang. We moeten naar 8 minuten. Dat signaleer ik en ik vind dat dit ook op de agenda van Provinciale Staten moet staan. Ook gemeenten en provincie moeten hiervoor de verantwoordelijkheid nemen. Mag ik ter afsluiting nog even terugkomen op de zogenaamde marktwerking? Ik blijf dat een zege vinden voor de patiënten. Het houdt de mensen in de zorg scherp en dat komt mij niet slecht uit."