STATUTEN

van de stichting:
STICHTING BASISZIEKENHUIS MOET, gevestigd te Alphen aan den Rijn,
na statutenwijziging d.d. 25 maart 2003.


Naam en Zetel
Artikel 1
  1. De stichting draagt de naam: STICHTING BASISZIEKENHUIS MOET.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Alphen aan den Rijn.


Doel
Artikel 2
De stichting heeft ten doel:
  1. Het bevorderen van de vestiging in de gemeente Alphen aan den Rijn van een permanente locatie voor eerste hulp en spoedeisende hulp waarbij noodzakelijke medische verrichtingen direct kunnen worden toegepast.
  2. Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.


Bestuur
Artikel 3
  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie leden. Het aantal bestuursleden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.
  2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
  3. Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s).
  4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het overblijvende bestuurslid, een wettig samengesteld bestuur.
  5. De bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.


Bestuursvergaderingen
Artikel 4
  1. De bestuursvergaderingen worden gehouden ter plaatse in Nederland als bij de oproeping bepaald.
  2. Ieder halfjaar wordt ten minste één vergadering gehouden.
  3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer één van de bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten de oproeping doet.
  4. De oproeping tot de vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
  5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorzien de aanwezigen zelf in de leiding van de vergadering.
  8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden, door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter van de vergadering daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.


Bestuursbesluiten
Artikel 5
  1. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een ander bestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één ander bestuurslid als gevolmachtigde optreden.
  2. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, al dan niet per enig telecommunicatiemiddel, hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  3. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  4. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij één bestuurslid voor de stemming een schriftelijke stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
  5. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  6. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering.


Bestuursbevoegdheid
Artikel 6
  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
  3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.


Vertegenwoordiging
Artikel 7
  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
  3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.


Einde bestuurslidmaatschap
Artikel 8
Het bestuurslidmaatschap van een bestuurslid eindigt:
  1. door zijn overlijden;
  2. wanneer hij het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
  3. door schriftelijke ontslagneming (bedanken);
  4. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden;
  5. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.


Boekjaar en jaarstukken
Artikel 9
  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit worden door het bestuur een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken vervolgens door het bestuur worden vastgesteld.


Reglement
Artikel 10
  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
  4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
  5. Het bestuur is bevoegd een of meer commissies in te stellen waarvan de taken en bevoegdheden bij reglement, als in dit artikel bedoeld, zullen worden vastgesteld.


Statutenwijziging
Artikel 11
  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.
  2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Ieder bestuurslid afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.


Ontbinding en vereffening
Artikel 12
  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. Bij de ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur.
  4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  5. Een overschot na vereffening wordt uitgekeerd aan een doel hetwelk met het doel van de stichting zoveel mogelijk overeenkomt of daaraan dienstig is, een en ander te bepalen door de vereffenaars.
  6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon.


Slotbepalingen Artikel 13
In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.


Artikel 14
De eerste bestuursleden worden bij de akte van oprichting benoemd.