Verslag symposium op 28 februari 2006 in Castellum



Inleiding Frans de Vilder

Welkom en inleiding waren voor rekening van Frans de Vilder, secretaris van de Stichting. Hij heette de aanwezigen en met name bestuursvoorzitter Van Royen van het Rijnland Ziekenhuis welkom maar kon het niet laten om te wijzen op het grote aantal AFwezigen: uitgenodigde zorgverzekeraars, politici, zorgverleners en ondernemers. Was het cynisme? Ongeloof? Onverschilligheid? De Vilder dankte voorts KOSTER verzekeringen, Rabobank, VOA en SP-medewerkers die het symposium door hun medewerking en bijdragen mogelijk hadden gemaakt. Hij verwees voorts naar een van de beste stukken journalistiek: de dubbele hartpagina van Nancy Ubert In Alphen CC. Hier rollebollen de kampioenen voor een ziekenhuis over elkaar heen, terwijl er in werkelijkheid maar twee partijen zijn die echt iets doen: de antagonisten VVD en SP. De Vilder: “Ik hoor het mijn vroegere huisarts vier jaar geleden nog zeggen in ons stichtingsstalletje op de jaarmarkt. Man, hou toch op. De kaarten zijn geschud, gedane zaken nemen geen keer. De zorg is nu eenmaal vermarkt en over marktwerking dien je te zwijgen. Wat IK wil weten is wie die kaarten schudt, wie die zaken doet. Misschien kan de heer Van Royen hierover iets meer vertellen. Is dat Wiegel? De Grave? Meneer Bontje? Wie is de marktleider? NIET koning klant.”

De inleider dacht jarenlang, dat een basisziekenhuis ter plaatse alleen via de politiek bereikbaar was. Nu beseft hij dat de politiek plaatselijk veel kan als het gaat om groenvoorziening, stadsinrichting, overlastbestrijding, sportvoorzieningen of bestemmingsplannen, maar niet echt bij machte is iets te doen aan infrastuctuur, woningnood, behoud van voorzieningen of – in dit geval – een ziekenhuis. Het publieke domein vermarkt en verambtelijkt en de overheid stuurt niet meer maar ondersteunt. College en raadsleden kunnen helaas niet veel meer doen dan faciliteren. De reikwijdte van een locale politicus is beperkt. Wethouders, raadsleden en ambtenaren zijn nu afstandelijke managers die twijfelen aan hun binding met de samenleving.

Dankzij de marketeers in Den Haag bleven er van de 180 ziekenhuizen van twintig jaar geleden 104 over waarvan zo’n 23 procent niet continu open. Minister Hoogervorst verwacht bovendien, dat dit aantal op korte termijn daalt naar 75. Het College Bouw Ziekenhuis-voorzieningen (NVZ) heeft in 2003 samen met het Inter Provinciaal Overleg (IPO) vastgesteld, dat de zorg hierdoor onder druk komt te staan en vervolgens een plan opgesteld om regionale overheden te wijzen op hun mogelijkheden. Wat is een basisziekenhuis precies? Het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen stelde de volgende definitie op. Het basisziekenhuis beschikt over ‘interne geneeskunde, algemene heelkunde, cardiologie, kindergeneeskunde, orthopedie, urologie, verloskunde en gynaecologie, oogheelkunde, keel-, neus- en oor-heelkunde, dermatologie, urologie, pulmonologie (wetenschap van longen en longziekten), anesthesiologie (narcoseleer) en radiodiagnostiek. Dan zijn we er nog niet want hieraan moet worden toegevoegd een basispakket van diagnostische en therapeutische faciliteiten alsmede klinische verpleging en dagverpleging naast 24-uurs spoedeisende zorg en IC/CCU (hartbewaking), faciliteiten met mogelijkheden tot ademhalingsondersteuning, poliklinische zorg, klinische zorg en dagbehandeling.

Een dergelijk ziekenhuis kan 80 tot 85 procent van de vraag naar zowel acute/urgente, complexe chronische zorg leveren en is – in de woorden van het CBZ – de ruggengraat op het zorgcontinuüm voor medisch specialistische ziekenhuiszorg. In zo’n basisziekenhuis werken circa 450 mensen. Het heeft een budget van ongeveer 35 miljoen euro en een adherentie (lees: een onafscheidelijk geheel = eigen regio) van minimaal 72.500 inwoners. Alphen aan den Rijn telt 73000 inwoners en met die adherentie meegerekend 129.000 inwoners. Hier komt nog iets bij. Alle schaalvergrotende regimes ten spijt blijken grotere ziekenhuizen niet doeltreffender. Een ziekenhuis met 200 tot 300 bedden is efficiënter (Bron: Stevens en Van Tulder – 26 april 1995 – ESB). Over bedden gesproken: er zijn op dit moment 3,6 bedden per duizend inwoners in Nederland. In onze Rijnmond Zuid halen wij dit cijfer op geen stukken na. We hebben geen idee hoe de taken tussen Leiderdorp en Alphen zijn verdeeld, wat hier wel of niet kan, welk beleid voor de toekomst is uitgestippeld en wat – kortom – op de keper beschouwd redelijk en haalbaar is. Het formuleren van heldere doelstellingen is noodzakelijk.

De stem van de burger De stichting verspreidde in de maanden december/januari/februari 15.000 briefkaarten die na invulling zouden worden overhandigd aan de zorgverzekeraars. De response was groot. Anderhalfduizend gezinnen stuurden de kaart terug. Marktleider ter plaatse: Zorg en Zekerheid, nam tijdens dit symposium ruim 800 kaarten in ontvangst uit handen van voorzitter Gerard Harmes.

Ontwikkelingen door Gerard Harmes

Minister Hoogervorst meldt op 19 maart 2004 aan de Tweede Kamer: “De goede bereikbaarheid staat op termijn onder druk.” Door fusies is het aantal basisziekenhuizen drastisch achteruit gegaan. Het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (CBZ) moet toegeven dat “de spreiding onder druk zal komen te staan bij het sluiten van (acute functies) van basisziekenhuizen in de meer rurale delen van ons land.” Ook het Inter Provinciaal Overleg constateert dat “steeds meer kamerleden spreken over het opstellen van criteria voor het spreiden van spoedeisende hulpafdelingen in (kleine) ziekenhuizen.” De daden laten echter voorlopig op zich wachten. Er zijn nog geen criteria opgesteld voor de spreiding van basisziekenhuizen. Alleen het ministerie van VWS heeft subsidie beschikbaar gesteld voor het openhouden van kleine ziekenhuizen.

De minister van VWS heeft in februari 2002 aan het IPO en de Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ) de opdracht gegeven, een aanpak vast te stellen waarmee de spreiding van basisziekenhuizen gegarandeerd wordt. Dit leidde tot het Referentiekader spreiding curatieve zorg (RKS). Hierin zijn uitgangspunten geformuleerd voor het waarborgen van spreiding en bereikbaarheid van ziekenhuiszorg:
  1. onderscheid aanbrengen tussen planbare en acute zorg;
  2. nader definiëren van het begrip acute zorg;
  3. verdere ontwikkeling van bereikbaarheidsnormen ten aanzien van acute zorg met inachtneming van kwalitatieve (personele) criteria van beschikbaarheid;
  4. bekrachtigen van bereikbaarheidsnormen door overheid/politiek;
  5. verankeren van een expliciete koppeling tussen bereikbaarheidsnormen en de zorgplicht van de zorgverzekeraar, met inachtneming van de samenhang tussen acute en planbare zorg;
  6. hanteren van een functionele benadering van het spreidings- en bereikbaarheidsvraagstuk in tegenstelling tot een institutionele benadering;
  7. invoering van gereguleerde marktwerking (vrije prijsvorming en marktmeester).
  8. wat betreft de laatste is het goed daar een groot vraagteken bij te zetten, want stelt u zich eens voor dat ambulances een wedstrijd zouden moeten houden om een patiënt uit Hazerswoude binnen te halen. Gaat er dan een dubbele rekening van € 900 naar het Rijnlandziekenhuis? Wie zou dat moeten betalen? Los van de tijd- en geldverspilling zou de zorg niet alleen voor iedereen betaalbaar moeten zijn, maar ook bereikbaar.


Het RKS gaat ook dieper in op de rol die de provincie zou kunnen vervullen: “In de eerste plaats de bijdrage aan kaderstelling door de overheid. Om te beginnen zijn provincies en gemeenten als mede-overheden mede-verantwoordelijk voor de grondwettelijke overheidsverantwoordelijkheid voor bereikbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid. Aangezien de zorg in belangrijke mate een regionaal karakter heeft, willen gemeenten en provincies vanuit dat regionaal niveau naar hun burgers toe, de mede-verantwoordelijkheid ook kunnen waarmaken.” Een ander aspect is de relatie met de aanrijdtijd van de ambulance. De bereikbaarheid neemt eerder af dan toe. Zeker als we de plannen van minister Hoogervorst in ogenschouw nemen. (zie de jongste plannen in de Rijnmond en Zuid-Holland Zuid) loopt de bereikbaarheid gevaar.

Het bekrachtigen van de bereikbaarheidsnormen en het handhaven hiervan zou dus in eerste instantie een taak voor de provincie zijn. Het RKS benadrukt dat het vooral gaat om het garanderen van basisvoorzieningen. En daarmee is de kring rond en zijn we terug bij de inleiding. Wat doet de gemeente? De provincie? De rijksoverheid? Daar horen we alleen praten over de eigen verantwoordelijkheid van klant en leverancier, van marktwerking en van gedane zaken die geen keer nemen. Om vervolgens over te gaan op het volgende gespreksonderwerp: een ijsbaan? Kan het nu echt niet anders? Praten we over efficiënte en doeltreffende zorg of over pleisters op een houten been? Zijn wij van de Stichting Basisziekenhuis Moet zeloten, samen met tenminste 1500 andere Alphense burgers, die domweg om de maan vragen? Praten over normen en waarden, dat is vrijblijvende taal, onmeetbaar, niet te wegen en waarop ook niemand kan worden afgerekend. Een ziekenhuis daarentegen is een concrete zaak, waar je niet over hoeft te zemelen, maar waarover je met cijfers kunt onderhandelen, met name door ondernemers, in dit geval door zorgverleners en zorgverzekeraars. Daarover hopen wij vanavond meer te horen, met name van de heer Van Royen, voorzitter van de Raad van Bestuur van Alatus. Hij kan wellicht iets meer licht werpen op zijn eigen beleidsplan en de kansen en bedreigingen.

Voorbeelden van spoedeisende hulp bij beperkt aantal inwoners;
  1. In Zuid Holland dicht bij huis hebben we het voorbeeld van Zwijndrecht, een gemeente met 45.483 inwoners inclusief Heerjansdam. Dit ziekenhuis werkt samen met drie andere zorginstelling onder de naam Albert Schweitzer Dordrecht. In Zwijndrecht is een spoedeisende hulp.
  2. Harderwijk Sint Jansdal in Gelderland 7 x 24 uur waar jaarlijks 15.500 patiënten naar de spoedeisende hulp komen en dat 41.000 inwoners telt. Met een vijf kleurensysteem variërend van blauw tot rood naar gelang de urgentie verwijst men patiënten. Het Sint Jansdal werkt samen met Zwolle.
  3. Er zijn meer voorbeelden van samenwerking bij de Alysisgroep in Arnhem-Zevenaar (141.320 en 26.239).
  4. Winterswijk streekziekenhuis Koningin Beatrix met 29.294 inwoners, regio 120.000 inwoners.
  5. Blaricum kent een formule van H plus H is kwaliteit² en heeft in regio 125.000 inwoners. Hilversum eveneens. Totaal 250.000 inwoners en op twee locaties spoedeisende hulp.
  6. Gelre ziekenhuizen met Apeldoorn (2 x) en Zutphen (36.863 inw).
We moeten eerder naar een kortere tijd (6 tot 8 minuten) dan naar het wettelijke kwartier! In de uithoeken van onze provincie is het erg moeilijk deze wettelijke aanrijdtijd te realiseren.

Toelichting van E. van Royen

voorzitter Raad van Bestuur Rijnland Ziekenhuis

De toekomst van ons Alphense ziekenhuis ziet er redelijk goed uit. Het blijft binnenkort 7 x 24 uur per week geopend en zal meerdere faciliteiten toevoegen. Tot de nieuwe voorzieningen behoren vanaf maart of april een mamapoli waar onderzoeken naar borstkanker snel achter elkaar worden gedaan. Er komt een speciaal spreekuur voor mensen met hartklachten. Voor nierdialyse krijgen we twintig plaatsen, ook nachtdialyse, en er komt meer röntgenapparatuur. Gedacht wordt ook aan een uitgebreider eerste hulp met medewerking van de huisartsenpost.Ere wie ere toekomt.

Dr. E. van Royen was tijdens dit symposium duidelijk. Hij werkt mee aan de realisering van meer voorzieningen en zal zonder twijfel alles doen om aan de wensen van de Alphense burger binnen de grenzen van budget en specialistische capaciteit tegemoet te komen. Hij was even duidelijk over een volledige eerstehulppost. Dat blijft onmogelijk omdat hiervoor middelen en capaciteit ontbreken. Ook ingewikkelde medische zorg zoals operaties en bevallingen op medische indicatie blijven in Leiderdorp. Een interview in AD Groene Hart van 1 maart besluit met een veelbelovend citaat. Dr.Eric van Royen: “Als ze die huisartsenpost willen sluiten ga ik er dwars voor liggen. Die is namelijk cruciaal in het geheel. Het is bizar als mensen met een gebroken pols naar Leiderdorp moeten.”